Dit keer was het Petrus van den Hout zelf die een bedrijf begon in één van zijn panden aan de Oude Molenbochtstraat. In het voormalige woonhuis zou hij een sigarendrogerij starten. Op 3 januari 1928 vroeg hij zijn vergunning aan. Het adres was inmiddels veranderd in Rosmolenplein 15.
Ongeveer tegelijkertijd vestigde J. Kruijssen een smederij in het pand dat ooit diende als bergplaats voor schors / huidendrogerij, kunstlederfabriek en distilleerderij. In de smederij kwamen twee elektromotoren van respectievelijk 1,5 en 0,25 pk voor de aandrijving van een boormachine en een ventilator. Daarnaast bevond er zich het smidsvuur en een autogeen lasapparaat, waarvan de gasketel buiten het pand stond.