Middeleeuwen

In de middeleeuwen lag het Tilburgse Rosmolenlein in het uiterste westen van de herdgang Loven. Om de ontstaansgeschiedenis van het Rosmolenplein te verklaren gaan we terug naar de vroegste oorsprong van Tilburg.

 

Tilburg

Het ontstaan van  onze stad moeten we zoeken in de prehistorie. Het grondgebied van Tilburg ligt op een hoger gelegen deel in het Brabantse landschap. Ten westen en ten oosten stroomden respectievelijk de riviertjes Oude Leij / Donge en Voorste Stroom van noord naar zuid.

De eerste bewoners vestigden zich op dit hoger gelegen gebied. Het noordelijk gedeelte, dat droger was werd in de middeleeuwen zeer toepasselijk die Heijdsijde genoemd. De huidige naam Heikant herinnert hier aan. In het zuiden was de grond nat en moerassig: die Broecksijde (broek betekent hier zoiets als: nat, drassig). Ook hieraan herinneren  nog een aantal namen: Broekstraat en Moerenburg.

Het westen bestond grotendeels uit heidegebied en was gemeijnt, dat wil zeggen gemeenschappelijke grond van de Tiburgers.

Aanvankelijk was het Tilburgse grondgebied begroeid met bossen: eike- en beukebomen. Door het gebruik van veeteelt en latere ontginningen ontstonden akkergebieden. Het grote centrale akkergebied werd de Schijve genoemd. Bewoning concentreerde zich grotendeels aan de randen van dit gebied.   

De (administratieve) gemeente Tilburg bestond toen uit herdgangen: kleine buurtschappen die slechts bestonden uit enkele boerderijen en huizen. Vaak hadden die een driehoekig plein, de zogenaamde Frankische driehoek,  als centraal punt. Korvel, Reit, Hasselt, Velthoven, Oerle, Heuvel en Herstal zijn hier voorbeelden van. De Stockhasselt daarentegen kende een lintbebouwing en was ontstaan langs een waterloop. De Hoeven kent haar oorsprong langs de verbindingsweg van de Rijt naar de Hasselt. Meer verspreide bewoning bestond in Heijdsijde,  Creijenven en Loven.

BRON: www.tilburgers.nl/tilburg-uit-de-oude-doos-hasseltse-kapelBRON: www.tilburgers.nl/tilburg-uit-de-oude-doos-korvelplein-na-1924

Hasseltplein en Korvelplein: voorbeelden van nu nog bestaande kernen van oude herdgangen.
Bron: www.tilburgers.nl

 

De infrastructuur bestond uit enkele belangrijke verbindingswegen, ook wel Heerwegen of Heerstraeten genoemd en een netwerk van zandwegen, akkerpaden en waterlopen met de prachtigste namen. Zo had je de aa, waarmee de natuurlijke waterloop werd bedoeld. Werd de waterloop vergraven, dan werd het een leij. Verder had je ook nog de rijt, waarmee  een klein stroompje werd aangeduid en de soei, een (gegraven) afvoersloot. De functies van deze waterlopen varieerden van  waterbron voor het vee tot afscheiding van de percelen. Later werden ze ook als afvoersloot voor afvalwater gebruikt.

De huizen bestonden grotendeels uit fitselwerk. Daarbij werden de wanden gevlochten met wilgenteen en aan beide zijden met een mengsel van leem en gehakt stro besmeerd. Pas later kwam de baksteen als bouwmateriaal meer in zwang.

Een hoeve bestond oorspronkelijk uit meerdere bedrijfsgebouwtjes, maar sinds de periode 1100 – 1300 werden deze samengevoegd tot de karakteristieke langgevelboerderij, ook wel Frankische boerderij genoemd.

BRON: www.historietilburg.nl/tijdschrift/5.2/581.htm

De Tongerlose Hoef aan de Reitse Hoevenstraat is een voorbeeld van een Frankische - of langgevelboerderij. Deze foto dateert van 1955.
Bron: www.historietilburg.nl

 

Op de overgangen van akkerwegen en de gemeijnt stonden hekken of draaibomen, ook wel veken of ijnde genoemd. De draaibomen waren soms niet meer dan een jonge boom met de wortelstok er nog aan, die dan als contragewicht  diende. De hekwerken waren raamwerken met wangen om te voorkomen dat het vee langs het hek liep. De eigenaars of pachters van het akkerland dienden deze te onderhouden.

 

Loven

Loven was de grote herdgang in het oosten van Tilburg. Het gebied strekte zich grofweg uit van de huidige Heikant in het noorden tot de Oude Leij in het zuiden. Van de grens met Berkel-Enschot in het oosten tot de lijn Hoefstraat – Koestraat in het westen. In Loven lagen onder meer de Loven Acker, die Ruijbraecken en het gehuchtje Eijndthoven.

Helemaal in het westen van Loven lag dus het Rosmolenplein, dat toen niet meer was een dan een kruispunt van verbindingswegen. Bewoning kende het nauwelijks, behalve dan de molenaar van de Velthovensche Moelen, die zijn oorsprong minimaal kent in de 14e eeuw. Verder was er wel verspreide bewoning aan de verbindingswegen. Maar welke waren dat dan?

Fragment van de oudste plattegrond van Tilburg uit 1760, gemaakt door Diederik Zijnen. Centraal ligt het Rosmolenplein (bij 'Rosmole' en 'Veldhovense Mole') waar alle straten samen komen.
Ter oriëntatie: het noorden is ongeveer rechtsboven!

 

Rosmolenplein

De Lovensestraat leidde vanuit Eijnthoven (op het kaartje vanaf linksonder) naar de Velthovensche Moelen en werd daarom ook wel Molenstraet genoemd. Maar ook werd zij wel Cruijsstraat genoemd, omdat zij de Enschotsestraat kruiste (zie linksonder bij het woordje 'Weg').

De huidige route Van Meterenstraat – Dijksterhuisstraat heette Heijdstraat, omdat deze weg naar de heide in het oosten leidde. Later werd dit de Oude Molenbochtstraat. Op het kaartje is dat de weg vanaf het plein naar beneden, bij 'Rauwe Braken'.

De route Valentijnstraat – Melis Stokestraat – Jac van Vollenhovenstraat  loopt vanaf het plein naar rechts. Nog niet zo lang geleden heette de weg Heikantsebaan. De weg voerde naar het heidegebied in het noorden.

De overige aangrenzende straten zijn niet of nauwelijks van naam veranderd: Hoefstraat (vanaf boven bij 'Groeseind', hier geschreven als 'Hoefstraatje), Molenstraet (van midden boven naar het plein, waar 'Molenstraet' bij staat en Coestraet (van midden links naar het plein).

Rondom het plein behoorde het grootste deel van het gebied tot de gemeijnt. Westelijk van het plein lag de Bijster en ten noordwesten lag die Molenhoeck. Oostelijk van het plein, in die Ruijbraecken, lag onder anderen Hixpoirsacker, genaamd naar de familie Hixpoir.

Verder is bekend dat er bij het Rosmolenplein Leemskuijlen lagen en een steenoven.

BRON: Theo van EttenBRON: Theo van Etten

Bij de brug Petrus Loosjesstraat - Jac van Vollenhovenstraat over het Wilhelminakanaal heeft de tijd even stil gestaan. Waar alle bruggen de naam van de passerende straat dragen lijkt men hier 'vergeten' de oude naam van deze straat weg te halen...

==========================================================================  

Bronvermelding:

Tilburgse toponiemen in de 16e eeuw – Trommelen & Trommelen

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode